
De instorting Wilhelminatoren in Valkenburg op 16 maart is vrijwel zeker niet het gevolg van instabiele mergelgroeven. Dat blijkt uit onderzoek van bodemexpert Fugro, die concludeert dat de ondergrond onder de toren vóór en na het incident stabiel was. De 30 meter hoge uitkijktoren uit 1906 stortte in de vroege ochtend volledig in. Op dat moment was het bouwwerk gesloten voor bezoekers.
De mergelgroeven onder de Wilhelminatoren worden al langere tijd nauwlettend in de gaten gehouden met moderne glasvezeltechnologie. Deze meet kleine bewegingen in het kalksteen. Op 16 maart, omstreeks 5.30 uur, registreerden de sensoren onder de toren een plotselinge beweging. Tegelijkertijd detecteerde het KNMI een seismisch signaal. Toch zijn er in de weken daarvoor geen ongebruikelijke signalen waargenomen.
Na de instorting bleek de bodem snel weer tot rust te komen. Volgens Fugro bleef de ondergrond stabiel en is er geen schade ontstaan aan de mergelgroeven zelf.
Volgens Fugro is de situatie rond het ingestorte rijksmonument veilig. Er is geen gevaar voor omwonenden, wegen of toeristen. Dankzij het meetsysteem kunnen afwijkingen vroegtijdig worden gesignaleerd, zodat direct kan worden ingegrepen. Bezoekers lopen volgens het onderzoeksbureau geen enkel risico.
De gemeente Valkenburg sloot eerder al betonrot uit als oorzaak van de instorting Wilhelminatoren. Uit inspecties bleek dat het beton geen tekenen van aantasting vertoonde. De precieze oorzaak van de instorting blijft daarmee nog onduidelijk, maar instabiliteit van de mergelgroeven kan vrijwel zeker van de lijst worden geschrapt.
Lees hier meer Valkenburg nieuws.